CAPRA-score

 

CAPRA: CArcinoom van de Prostaat Risico Analyse

Het risico dat een patiënt heeft bij diagnose van prostaatkanker op het ontwikkelen van uitzaaiingen en uiteindelijk te sterven van en door prostaatkanker kan je inschatten door bepaalde factoren te evalueren. Een methode hiervoor is de CAPRA-score te bepalen.

Door de CAPRA-score te bepalen krijg je een getal tussen 0 en 10.
Hoe hoger het getal van de CAPRA-score hoe hoger het risico op problemen door de prostaatkanker.
Hoe lager het getal is dat de berekening oplevert hoe minder zorgen je jezelf moet maken om op korte termijn problemen te krijgen over je prostaatkanker.

  • Een CAPRA score van 0 tot 2  betekent een laag risico.
  • Een CAPRA score tussen 3 en 5 wijst op een intermediar risico.
  • Een CAPRA score tussen 6 en 10 betekent hoog risico.

Welke factoren bepalen het risico en wat is hun waarde voor de score?

  1. Leeftijd bij diagnose
  2. PSA bij diagnose
  3. Gleasonscore
  4. T-Stadium
  5. Percentage positieve biopsies

 1. Leeftijd bij Diagnose

  • onder 50 jaar: 0
  • boven 50 jaar: 1

2. PSA bij diagnose

  • kleiner dan 6: 0
  • tussen 6.1 en 10: 1
  • tussen 10.1 en 20: 3
  • meer dan 30: 4

3. Gleasonscore kenmerken

  • nergens gleason graad 4 of 5: 0
  • tweede graad is 4 of 5: 1
  • eerste graad is 4 of 5: 3

4. Tumorstadium

  • Niets te voelen (T1): 0
  • Geen tumor buiten het kapsel te voelen (T2): 0
  • Tumor buiten het kapsel te voelen  (T3a): 1

5. Percentage positieve biopsies op het totaal aantal biopsies

  • minder dan 1/3 (34% in feite): 0
  • meer dan 1/3 (in feite 34% of meer): 1

Hoe risico berekenen

Eenvoudigweg alle factoren aftoetsen en de afzonderlijke scores optellen: zo krijg je een getal tussen 0 en 10. Heb je een heel lage score heb je minder risico op problemen dan bij een hoog getal. Heb je een hoge score dan heb je dus meer belang bij een doorgedrevenbehandeling van de prostaat.

De CAPRA risico-analyse is ontwikkeld in de Amerikaanse universiteit van San Francisco in Californië: de UCSF door Prof Matthew Cooperberg