Diagnose

Diagnose van goedaardige vergroting van de prostaat

kanker?

Als men de diagnose stelt van goedaardige prostaatvergroting (BPH ) dient men eerst prostaatkanker uit te sluiten. Dit klinkt logisch, maar soms wordt het weleens overgeslagen. Hoe gaat de dokter te werk?

  1. Hij kan een bloedtest uitvoeren PSA en vrije PSA om prostaatkanker uit te sluiten.
  2. Vaak wordt er ook een urine-onderzoek uitgevoerd (eenvoudig en niet duur overigens) om na te gaan of er bloed in de urine zit. Dit laatste kan een tumor in de urinewegen aan het licht brengen. Deze kunnen immers ook plasproblemen veroorzaken. Je kan ook een blaasinfectie hebben

typische prostaatklachten?

uiteraard ondervraagt de dokter natuurlijk de patiënt: hoe vaak hij plast, hoe vaak hij moet opstaan, of er residugevoel is na het plassen, of de straal goed . Kortom de typische prostaatproblemen.

Soms zal de dokter vragen een vragenlijst in te vullen. De IPSS (internationale prostaatsyptoom score) wordt het meeste gehanteerd.

bij een IPSS-score tussen

  • 0 en 10: wordt meestal met behandeld, ingrepen worden meestal uitgesteld tenzij medicatie niet voldoende helpt.
  • 10 en 20: men kan met medicatie behandelen, maar een ingreep kan ook voorgesteld worden.
  • vanaf 20: is medicatie meestal niet meer doeltreffend genoeg en wordt best een ingreep uitgevoerd.

Nu is het zo dat wat voor de ene man hinderlijk is voor een ander weer perfect aanvaardbaar is: daarom wordt in dezelfde vragenlijst, aan het einde, meestal nog een vraag over de levenskwaliteit gesteld: of de plasproblemen een grote impact hebben op het algemeen welzijn. Het antwoord op deze vraag kan de arts een indicatie geven of hij met medicatie dan wel met een ingreep de patiënt beter kan maken.

Lichamelijk onderzoek

Bij het klinisch onderzoek kan men de grootte van de prostaat inschatten bij rectaal onderzoek: dit wordt meestal in gram uitgedrukt. Hoewel het meestal zo wordt uitgelegd is het niet altijd zo dat hoe groter de prostaat is, hoe meer klachten men heeft. Men voelt enerzijds naar knobbels die toch op kanker kunnen wijzen en anderzijds ook om na te gaan welke eventuele operatietechniek best wordt gehanteerd: dit hangt immers af van de grootte van de prostaat.

Er zijn ook objectieve meetbare parameters die naar de diagnose van BPH leiden:

  • de uroflowmetrie
  • de echografische residumeting (bladderscanner)
  • het urodynamisch onderzoek
  • de transrectale echografie van de prostaat